Ik heb zondagmorgen geurkaarsjes, zeep en specerijen meegenomen. ‘’Wat vinden jullie lekker ruiken en wat vies?’’ vraag ik aan mijn groepje kinderen.
Er wordt druk gesnuffeld. ‘’En wat denken jullie dat God lekker vindt ruiken?’’
De kinderen, van acht, negen jaar, zijn nog op de leeftijd dat ze dat een gewone vraag vinden.
Ze denken dat God wel dezelfde luchtjes lekker vindt als zij.
‘’God heeft geen neus hé,’’ zeg ik, ‘’maar moet je horen wat ik hier in de Bijbel gelezen heb, bij Openbaringen 5 vers 9: Je gebed is als een zoete geur voor God.
Als, net alsof dus. Als je bidt is dat voor God een lekker luchtje.’’